Deel deze pagina
Diarree bij huisdieren is een veel voorkomende klacht. Het kan zeer diverse oorzaken hebben en bij aanhoudende diarree is het altijd belangrijk om de oorzaak te achterhalen.
Diarree wordt vaak gezien als waterdunne, natte ontlasting. Uiteraard is dit de meest duidelijke vorm, maar wat vaak over het hoofd wordt gezien is de andere vormen van diarree.
Diarree is ook brijige ontlasting, soms met bijmengingen als bloed of slijm. Diarree is echter ook heel veel moeten poepen met aandrang (meestal dan ook slijmerig).
Het grote verschil wordt gemaakt door welk deel van de darm aangetast of ontstoken is. Bij dunne darm diarree zien we (water)dunne ontlasting, vaak gecombineerd met misselijkheid/braken en “niet lekker zijn”. Bij dikke darm diarree zien we juist brijige ontlasting met soms bijmengingen en verhoogde aandrang om te poepen. Opvallend is dat bij deze diarree soort de dieren vaak geheel niet ziek aandoen.
Het is grotendeels afhankelijk van de ernst van de klachten. Bij niet eten en diarree droogt een dier natuurlijk snel uit en dan is ingrijpen meestal al met 1-2 dagen echt nodig. Bij minder hevige klachten dan is de regel om maximaal 2-3 dagen af te wachten. Als er dan nog geen verbetering in zit, dan moet er gekeken worden wat de oorzaak is en hoe het dier ondersteunt kan worden in het herstel.
Bij jonge dieren moeten deze dagen naar beneden bijgesteld worden. Jonge dieren hebben vaker parasitaire infecties, die niet vanzelf overgaan. Bovendien drogen ze sneller uit en worden ze snel zieker.
Grofweg kan diarree in een aantal categorien ingedeeld worden. Daarop zijn natuurlijk altijd wel bijzondere uitzonderingen te maken.
In Dierenziekenhuis Diemen vinden wij het belangrijk om vroegtijdig een richting te geven aan de behandeling. Daarom doen wij bij diarree altijd een eerste ontlastingsonderzoek naar de meest voorkomende oorzaken. Onder microscoop en met behulp van snaptesten Giardia en soms Parvo, kan al de eerste duidelijkheid gegeven worden of een ondersteunende therapie of gerichte therapie nodig is.
Bij chronische diarree sturen we meestal een uitgebreid diarreeprofiel op naar het laboratorium om te kijken of er redenen gevonden worden voor de diarree. Buiten de meest gangbare parasieten wordt er ook op virussen en bacteriële overgroei getest. Daardoor kan er met meer zekerheid gesteld worden of een infectie/overgroei de oorzaak is.
Soms is ook een echo nodig van de buik om de darmen en maag in beeld te krijgen. Daarmee kunnen we dan lokale of specifieke darmaandoeningen diagnosticeren.
Afhankelijk van de oorzaak verschilt de behandeling van een gerichte behandeling tegen een parasiet of bacteriële overgroei tot een ondersteunende therapie om het lichaam zelf te laten herstellen.