Vroeger werd vrijwel iedere reu standaard rond 6 maanden leeftijd gecastreerd. Dit stamt nog uit de tijd van geboortebeperkingen dat honden veel op straat liepen. We weten echter ook dat castratie heel vaak niet nodig is en soms zelfs nadelige effecten kan hebben.
Met die reden staan we steeds kritischer tegenover castreren. Tegenwoordig hebben we echter de beschikking over een chemische castratie. Dit is in tegenstelling tot vroegere chemische castraties een implantaat welke daadwerkelijk er voor zorgt dat het testosteron wordt weggevangen en dus het castratie effect geeft.
Het implantaat (Suprelorin) wordt onderhuids in de nek als een chip ingebracht. Dit is een kleine handeling die bij een wakker dier net als gewoon chippen wordt uitgevoerd.
De chip geeft tijdelijk een toename van testosteron gedurende ongeveer 2 weken. Hierdoor kan gedrag even verergeren. Na 2 weken neemt het testosteron geleidelijk aan af en na 5-6 weken is de hond daadwerkelijk steriel.
Er zijn 2 soorten implantaten als chemische castratie beschikbaar: een kortwerkend (6-12 maanden) en een langwerkend (12-24 maanden). De tweede wordt met name gegeven als mensen liever de hond niet laten opereren (zoals bij hartproblemen of als eigenaren simpelweg de testikels willen behouden bij de hond).
Gedurende deze tijd kunt u dan evalueren wat het effect van castratie is. Als u tevreden bent kunt u ervoor kiezen uw hond definitief te laten castreren met bewezen resultaat of een langwerkend implantaat te blijven geven.
Redenen om een reu te willen castreren:
Nadelen die bij castratie kunnen horen: