Blaasgruis, oftewel kristallen in de urine, kun je vergelijken met glasscherfjes in de blaas. Deze veroorzaken schade aan het slijmvlies, waardoor dit geïrriteerd raakt en een blaasontsteking tot gevolg kan hebben. Blaasgruis is de nummer één oorzaak van blaasontsteking bij katten. De meest voorkomende soort van blaasgruis bij katten is struviet. Blaasgruis kan zowel bij mannelijke als vrouwelijke katten ontstaan.
Oorzaak
De oorzaak van de ontwikkeling van struviet ligt in een verstoring van de zuurtegraad van de urine. Een kat is van nature een vleeseter. Hierdoor hoort de kat een licht zure urine te hebben. Voer beïnvloed namelijk in sterke mate de zuurtegraad van de urine. Als een kat een voer krijgt van een verkeerde samenstelling (dit is meestal bij de “supermarkt” voeren het geval), ontwikkelt hij of zij in de loop van tijd een neutrale tot basische urine. Deze voeding bevat daarnaast vaak een overmatige hoeveelheid mineralen die met de urine weer worden uitgescheiden. Deze mineralen kunnen in de urine gaan neerslaan en daardoor ontwikkelen zich er kristallen. Soms krijgt een kat wel goede kwaliteit voeding en krijgt deze toch blaasgruis. Waarschijnlijk heeft dit dan met de gevoeligheid van de individuele kat te maken.
Gevolg
Door de mechanische prikkeling van de blaas door dit materiaal ontstaat er irritatie en later ontsteking. Bij ontsteking komt er veel materiaal vrij zoals bloedcellen en afgestoten cellen. Uiteindelijk kunnen deze kristallen dan gaan samenklonteren (met ontstekingscellen) tot een steentje of een plug. Zo’n plug loopt vooral bij katers vaak vast in de penispunt waardoor zij verstopt kunnen raken EN DUS NIET MEER KUNNEN PLASSEN. Bij poezen zien we dit minder vaak omdat hun urinebuis veel korter en wijder is, maar dit is wel mogelijk. Overigens is de blaasontsteking bij poezen net zo hevig als bij katers.
Een plasbuis verstopping is een ernstige aandoening waaraan de kat in het slechtste geval binnen 24 uur kan overlijden en is dus altijd een spoedgeval!
De kat kan zijn afvalstoffen niet meer met de urine kwijt waardoor deze gaan ophopen. Het dier kan gaan braken en lusteloos worden. Bovendien rekt de blaas enorm waardoor hier blijvende schade aan kan ontstaan, evenals aan de nieren. Wanneer u dus merkt dat u kat helemaal niet meer plast wacht dan niet maar neem gelijk (dag en nacht) contact met ons op.
Diagnose
Voor de diagnose is het van belang om de urine te kunnen onderzoeken. Dit moet gebeuren op verse urine. Onder de microscoop wordt er dan gekeken naar de aanwezigheid van deze kristallen in de urine. Daarnaast wordt er gekeken naar tekenen van ontsteking en de concentratie van de urine.
Behandeling
Als uit het urineonderzoek blijkt dat er kristallen in de urine zitten, dan wordt er bij de meeste kristallen een speciaal dieet voorgeschreven. Dit dieet lost de kristallen op door het aanzuren van de urine. Bovendien zitten er minder mineralen in dit dieet, waardoor er minder neerslag ontstaat. Na een maand dient u wat urine langs te brengen om te controleren of de hoeveelheid kristallen afgenomen is. Deze urine moet vers (max. een half uur oud) zijn en kunt u thuis opvangen met behulp van speciale kattenbakkorrels die bij ons in het Dierenziekenhuis beschikbaar zijn. Wanneer de kristallen uit de urine verdwenen zijn kan er overgegaan worden op een onderhoudsvoer. Schakel niet op eigen initiatief over maar laat altijd de urine controleren, als de kristallen namelijk nog niet opgelost zijn blijft er een risico bestaan dat de kat verstopt raakt.
Het is van belang te weten dat uw kat de rest van zijn leven op een speciaal blaasgruisdieet zal moeten blijven staan. Daarnaast mag de kat ook echt niks anders eten! Zodra de kat namelijk weer ander voer zou krijgen (ook al is dit maar de kleinste hoeveelheid), verandert de samenstelling van de urine weer, waardoor dezelfde problemen kunnen ontstaan. Om deze reden mag de kat ook niet meer naar buiten, katten die buiten komen vinden daar namelijk altijd wel wat te eten. Wanneer er nog andere katten zijn mogen deze wel prima mee-eten van het blaasgruisdieet, maar andersom dus niet.
Daarnaast krijgt de kat in het geval van een blaasontsteking meestal een pijnstiller/ontstekingsremmer mee.
Maatregelen die je daarnaast zelf kunt nemen is zorgen dat er altijd een schone bak is, waardoor de kat sneller hiervan gebruik zou maken (hoe langer de urine in de blaas blijft hoe meer kans op het samenklonteren van de kristallen). Het aantal kattenbakken dat u moet hebben is gelijk aan het aantal katten dat u heeft plus één. Het liefst is er minimaal één dichte en één open kattenbak aanwezig. Bij katten met overgewicht is het vanzelfsprekend van belang om de kat af te laten vallen (de typische patiënt met een verstopte urineweg is een te dikke, gecastreerde kater). Het drinkgedrag kunt u stimuleren door bijvoorbeeld een kattenfonteintje aan te schaffen, de kat te laten drinken uit de kraan, steeds vers en fris drinkwater beschikbaar te hebben en het liefst op diverse plekken in huis mogelijkheden tot drinken aanbieden.
Meestal gaat u na een aantal dagen merken dat uw kat minder vaak gaat plassen, de plassen worden groter en de kat wordt vrolijker. Wanneer de problemen blijven dan moet er een echo gemaakt worden om te kijken of er andere redenen, behalve het blaasgruis, aanwezig zijn in de blaas of nieren waarmee de ontsteking verklaard kan worden (bijvoorbeeld steentjes, poliepen of tumoren). Neem bij twijfel altijd even contact met ons op.
Hoe herkent u het?